Dagbehandeling

X i
Je bent in het Juliana Kinderziekenhuis voor een operatie. Je meldt je aan bij deze balie op de 1e etage.
X i
Je krijgt een jasje van het ziekenhuis aan met drukknopen op de rug. Je onderkleding mag je nog even aanhouden.
X i
Als je aan de beurt bent, loop je samen met een medewerker van het ziekenhuis naar de operatieafdeling. Je begeleider mag met je mee.
X i
Je begeleider trekt in deze ruimte een blauw pak aan en doet een muts op. Je doet hier je onderkleding uit. Ook krijg je hier een speciaal bed.
X i
In je nieuwe bed ga je naar de kamer waar je het infuus krijgt. Door het infuus krijg je straks je slaapmedicijnen.
X i
Je begeleider mag bij je blijven terwijl je het infuus krijgt.
X i
De verpleegkundige haalt de doorzichtige pleisters en de zalf weer van je handen. Op de plekken waar zalf heeft gezeten, heb je nu minder gevoel.
X i
Je krijgt een strakke band om je arm. Dit heet een stuwband. Soms klopt de verpleegkundige op je hand en moet je een vuist maken.
X i
De plek waar het infuus komt, wordt goed schoongemaakt.
X i
Je krijgt het infuus. Een dun plastic rietje blijft in je hand zitten. Je kan kijken wat er gebeurd, maar dit hoeft niet.
X i
Over het infuus wordt een pleister geplakt, zodat het goed op zijn plaats blijft.
X i
Voordat je gaat slapen, komen de dokters en assistenten bij elkaar. Ze nemen alle stappen door en stellen misschien nog wat vragen aan jou of je begeleider. Dit heet de ‘time out-procedure.'
X i
Op een van je vingers krijg je een knijper die van binnen zacht is. Deze knijper heet een saturatiemeter. Hij meet hoeveel zuurstof er in je bloed zit. Ook meet hij je hartslag. Je krijgt een zacht kussentje van gel onder je hoofd.
X i
Via het infuus krijg je eerst een medicijn. Dit is een pijnstiller. Het ziet eruit als water en is nog niet de narcose. Dit maakt je rustig. Soms krijg je er een draaierig gevoel van in je hoofd of een kriebel in je keel. Daarna komt het slaapmedicijn voor de narcose. De kleur hiervan is wit.
X i
Via het kapje krijg je slaaplucht voor de narcose.
X i
Als je slaapt, wacht je begeleider in een andere kamer.
X i
Na de operatie of het onderzoek word je wakker in de uitslaapkamer. Dit heet de verkoeverkamer.
X i
De dokter laat je begeleider zo snel mogelijk weten dat je klaar bent. Tot je begeleider weer bij jou is, wacht de verkoevermedewerker naast je bed.
X i
Als je weer goed wakker bent ga je naar je kamer op de afdeling. Je hebt nog een infuus
X i
Dit is de operatiekamer.
X i
Om je te helpen zijn er afleidingsmaterialen aanwezig. Je mag hier naar vragen. Je zal merken dat je door de afleiding het inbrengen van het infuus minder voelt.